Ijscoman

Liedje aan, ijsjes maken
Nu moet ik snel centjes vragen
Aan m’n lieve moedertje
Mama mag ik please een ijsje
Want het is zo lekker
Morgen maak jouw ontbijtje
Ik zet zelf de wekker (ping!)
Hallo meneer de ijscoman
Ik kom een ijsje halen (ja!)
Mama heeft me geld gegeven
Ik kan het zelf betalen (tjsing!)
(Wat mag het zijn?)
Ik wil een ijsje met vier
Vijf, zes, doe d’r maar tien
Ow u wil mn geld eerst zien?
Te weinig? hmm ok doe ‘r maar drie
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
Ik hoor het liedje al, dus daar is de ijscoman (skrrt!)
Wat is je lievelingssmaak?
Zeg me je lievelingssmaak?
Hee dat hoor je niet vaak
Is dat echt wel lekker?
Ik hou aardbei, banaan, chocola
Of pistachio
Kokos, mango, yoghurt
Enne drop vind ik echt macho (ah)
De ijscoman die heeft een snor
En maakt ook goede grappen (haha)
Tenminste mn vader die lacht
Ik zal ze wel niet snappen
De ijscoman die heeft een snor
En maakt altijd een lolletje
Doe maar een met smurfenijs
En een vanille bolletje! (prr)
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
Ik hoor het liedje al, dus daar is de ijscoman (skrrt!)
Doe mij maar een bakje
Want ik hou niet van die koek
Van die koek, van die koek
Nee ik hou niet van die koek (koek!)
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
IJscoman, (ijscoman) liedje van de ijscoman
Ik hoor het liedje al, dus daar is de ijscoman (prr)