Nachtrijders

In de ene hand de knuppel
In de andere hand het stuur
(Nachtrijders)
Aan z’n lippen hangt een sjekkie
Sigaretten zijn te duur
Op het dashboard een kan koffie
Ja die ligt er al van thuis
(Nachtrijders)
Op z’n kaart vindt hij z’n route
En die brengt hem ver van huis
De nachtrijder raast langs de wegen
De andere mensen liggen op 1 oor
En komt 'ie af en toe een makker tegen
Dan knipperen z’n lichten als een groet en hij gaat door
(Nachtrijders)
Van het noorden naar het zuiden
Door die eindeloze nacht
(Nachtrijders)
En dan geeft 'ie meestal plankgas
Want er wordt op hem gewacht
En moet hij soms even rusten
Slaapt 'ie bij het licht der maan
(Nachtrijders)
Maar dat duurt meestal maar even
Dan moet hij weer verder gaan
(Nachtrijders)
(Nachtrijders)
(Nachtrijders)